Ja, en…

Twee spelers doen samen een uitvinding. Speler één begint met een voorwerp (“We maken een schoen”). Speler twee bouwt dat uit (“Ja, en deze schoen is heel zacht”). Speler een gaat daar weer op verder (Ja, en omdat het heel zacht is, kun je er heel fijn mee knuffelen”). Zo blijf je elkaar afwisselen, steeds voortbouwend op het laatste wat toegevoegd is aan de uitvinding, in het formaat “Ja, en omdat [vorige toevoeging] [nieuwe toevoeging]” (Ja, en omdat je er fijn mee kunt knuffelen, maak je er ook makkelijk vrienden mee”).

Scroll naar boven