Zei hij, terwijl hij…

Deze spelvorm wordt gespeeld door twee spelers (één van elk team). De eerste speler vraagt: “Wat doe je?” De tweede speler antwoordt hierop: “Zei hij, terwijl hij ….”. Op de puntjes moet een handeling worden ingevuld, bijvoorbeeld ‘schaakte’.

De eerste speler moet vervolgens mimen, dat hij schaakt. Hierop vraagt de tweede speler, “Wat doe je ?” De eerste speler antwoord: “Zei hij, terwijl hij …” Hij noemt hierop een andere handeling, die de tweede speler moet gaan mimen.

Dit wisselt elkaar snel af. Hapert een speler, of herhaalt hij een bepaalde handeling, dan roept het publiek dood, en wordt de speler gewisseld. Het team met de minste wisselingen is winnaar.

Scroll naar boven